Martijn Doldersum werd op het moment van het koppen van de bal zwaar in de rug gelopen, waardoor de bal van zijn hoofd op zijn arm rolde. Het eerste zag de grens niet, want daar moet je voor gevoetbald hebben, maar het tweede zag hij wel. En zo kwam er een, voor WKE, een onbevredigende en onverdiende uitslag op het bord.

De eerste helft had Rijnsburgse Boys het beste van het spel en had WKE daar niet zoveel tegen in te brengen. Rijnsburgse Boys had twee goede kansen, maar beide keren redde doelman Raymond Beukeveld fraai. Aan de ander kant leek Berend Oosting alleen op de doelman van Rijnsburgse Boys af te stevenen, maar een harde tackle op kniehoogte voorkwam dat. Dit betekende geel voor Bennie van Noord en naar later bleek een kapotte miniscus voor Berend Oosting. Even later moest hij zich laten vervangen door zijn broer Joseph Oosting. Ruststand 0-0.

De tweede helft was voor WKE. Dit werd mede beïnvloed door een vroege 2e gele, dus rode, kaart voor Bennie van Noord. Deze 2e gele kaart was eigenlijk onterecht, ofschoon de eerste gele misschien wel een rode had moeten zijn. Vanaf dat moment dicteerde WKE het spel en als WKE al wat te verwijten valt dan is het dat ze deze meerderheid niet wisten uit te buiten. Paul Weerman scoorde nog wel, maar de andere grens zag hier een buitenspelsituatie in.

Toen iedereen zich al met een gelijkspel had verzoend was daar dan het eerder vermelde glorieuze moment van de grens. Ofschoon dit moment bepalend kan zijn voor het verdere verloop van dit kampioenschap, vergeven we het de grens. Want iedereen kan een keer een fout maken en het scheids- en grensrechteren is en blijft een ondankbare taak en je doet het nooit goed voor iedereen.

Het is nu aan WKE om karakter te tonen en a.s zaterdag op het sportpark Grote Geert geschiedenis te gaan schrijven. Gemakkelijk zal dat niet, want Rijnsburgse Boys is en blijft een zeer goede ploeg. (Zie ook fotoboek)