Emmer-Compascuum in 1958: veel losarbeiders, veenarbeiders en landarbeiders
Kanaal B ZZ
Aan Kanaal B zz stonden veel kleine huisjes, meestal bewoond door veenarbeiders, losarbeiders, enz. In totaal zijn 54 losarbeiders genoteerd en 28 veenarbeiders Verder 21 fabrieksarbeiders, vaak AKU, en 6 landarbeiders. Elf personen hadden geen beroep en er waren zeven bouwvakkers en vijf verveners. De groep losarbeiders en veenarbeiders namen dus al de helft voor hun rekening. Ook waren er zeven middenstanders zoals smid, kruidenier, kweker.
HoofdkanaalOZ
Aan het Hoofdkanaal OZ kwamen veel mensen op een andere manier aan de kost. Er waren maar liefst 29 boeren, goed voor 40 % van de beroepen aldaar. Verder woonden er een stuk of 10 middenstanders zoals kolenhandelaar, expediteur, loodgieter, bromfietsen, autospuiter, melkventer, broodventer, café, enz. Er woonden ook 9 losarbeiders, 5 zonder beroep, 5 landarbeiders, 5 fabrieksarbeiders, 2 priesters en 2 schoolmeesters.
Samen
Opgeteld bestond de bevolking voor een dikke 40 % uit losarbeiders, veenarbeiders en landarbeiders. In opkomst waren de fabrieksarbeiders met 10 %. In totaal ook 15 % boeren. Hiermee is globaal twee derde van de beroepen beschreven. Bijna 10 % was verder middenstander of zelfstandige.
Inwoner Herry Thole deed onderzoek