Boekweit oogsten en stoom afblazen in Veenpark op zondag 18 september

BARGER COMPASCUUM - Als toegift op de zeer succesvolle Compascumer Dagen van deze zomer pakken de vrijwilligers van het Veenpark in Barger-Compascuum nog een keer uit. Extra activiteiten op zondag 18 september. De boekweit staat in bloei en schreeuwt bijna om geoogst te worden. Het oogsten zal, op deze vast hele mooie september zondag, in vier sessies, vanaf 13.00 uur worden gedaan. De activiteiten rond de stoommachines zijn de hele dag. Stoom afblazen

In Drenthe is heel veel turf met de stikker en de oplegger gegraven. Maar ook de persmachine heeft een “turfje” bijgedragen.  Die turfpersmachines werden aangedreven door stoomlocomobielen. Als deze machines aan het eind van het seizoen buiten gebruik werden gesteld zette de machinist alle ventielen open en werd met veel kabaal en gefluit de “stoom afgeblazen”. Het Veenpark heeft nog twee van die locomobielen in gebruik. Beide locomobielen zijn ooit geschonken door de Maatschappij Klazienaveen nu beter bekend onder de naam Landgoed Scholtenzathe.

Ook een van de beide stoomlocomotieven, de Yvonne, die het Veenpark in bezit heeft rijdt op deze dag, net als elke zondag overigens, haar rondjes. Deze locomotief is vernoemd naar schaatsster Yvonne van Gennip die op de Olympische Spelen van 1988 in Calgary maar liefst drie keer goud won. De allergrootste stoommachine van het Veenpark ligt in de machinekamer van de aardappelmeelfabriek “Twee Provincien”. Het grote wiel dat de fabriek aandrijft torent ver boven de bezoekers uit, die er altijd met verbazing naar staan te kijken. In de machinekamer staan ook nog kleinere stoommachines, die onder andere elektriciteit produceren voor de verlichting in de fabriek.

Boekweit

Niet de veenarbeiders, maar de boekweitboeren waren de eerste bewoners van Compascuum. Boekweit  telde als het enige gewas dat op de zure veengrond wilde gedijen. Veel van deze boertjes trokken vanuit het Duitse Hannover de, eigenlijk nog niet bestaande, grens over naar de moerassige veengebieden tussen Hebelermeer en de Hondsrug. Vanaf 1866 vestigden zij zich in het gebied. Ze woonden in een uit turf en plaggen opgetrokken “huisje” op het hoogveen. In alles wat ze nodig hadden voorzagen ze zelf. Bakten hun eigen brood, karnden hun eigen boter en groeven hun eigen brandstof, veen genoeg tenslotte. Het werk op de boekweitakker was zwaar en het hele gezin werkte mee. De oogst was vaak karig en werd soms door een late nachtvorst geheel teniet gedaan.

Tijdens de extra Compascumer Dag op 18 september kunnen de bezoekers het allemaal beleven. Het werk op de akker en het leven in een plaggenhuttendorp, waar de geur van op turfvuur gebakken pannenkoeken zich door de eeuwen oude eiken verspreid. Het verhaal van de boekweitoogst wordt om 13.00, 14.00, 15.00 en 16.00 uur op de akker bij ’t Aole Compas opgevoerd. Daar is te zien hoe de boekweitboer (hij werkte in onderbroek om zijn goeie goed te sparen) met zijn vrouw de akker bewerkte en inzaaide. En hoe later de boekweit geoogst en gedorst werd.

Zoals gezegd worden er pannekoeken gebakken en worden de leemovens opgestookt. In de “Boete van Baksharm” draait de worstmolen en staat de pan op het vuur. En in de schuurkerk van Jan Berend Wilken (1873) wordt een korte rondleiding gegeven. In het andere museumdorp van het Veenpark, Bargermond, zaagt de houtzagerij van dik hout planken, brandt het vuur in de smidse en produceert de klompenmaker zijn houten schoeisel.

Reacties

Fotoboek

Social media

Advertenties

Uw banner op onze website? Vraag hier meer informatie aan!

Agenda