De voorloper van C & A in het Veenpark tijdens Compascumer dagen.
zondag 29 jul 2012 | Geschreven door Bennie Wolbers
BARGER COMPASCUUM - Natuurlijk zijn ook de oude ambachten en beroepen te zien. Ze zijn immers al meer dan 40 jaar onderdeel van de bijzondere dagen tijdens het hoogseizoen in het Veenpark. Maar door dat het aantal vrijwilligers, dat zich voor deze dagen aanmeldt, nog jaarlijks toeneemt is er in de museumdorpen ?t Aole Compas en Bargermond veel meer te zien en te beleven. De eerste twee Compascumer Dagen, afgelopen woensdag en donderdag, waren het er al 100 en de komende weken zal het aantal vrijwilligers zelfs nog iets toenemen. De Compascumer Dagen zijn elke woensdag en donderdag tot en met 16 Augustus.
Ook Lieske is nu door een fotograaf gesignaleerd terwijl ze haar ogen uitkijkt bij de uitstalling van de Kiepkerel (Marskramer) die zijn spullen van deur tot deur aan de man, maar vooral ook aan de vrouw, probeert te brengen.
Kiepkerels zijn Noord-Duitse marskramers die van de 17e eeuw tot begin 20e eeuw door Noord-Nederland
trokken en hun koopwaar op hun rug in een mand of een handkar vervoerden. Toen bekend werd dat
Nederlanders geïnteresseerd waren in Duitse koopwaar, begonnen sommige Duitse seizoenarbeiders om
wat extra geld te verdienen deze waren mee te nemen in op de rug gedragen manden. Een deel van deze
marskramers zijn voorgoed in Nederland gebleven, zoals de broers Clemens en August Brenninkmeijer, die
de confectieketen C&A hebben opgericht, en de familie Sinkel, bekend van de winkel van Sinkel.
Compascumer Dagen
In het Veenpark in Barger-Compascuum, bij Emmen, komt de Drentse veenhistorie dagelijks tot leven. Je
rijdt en vaart er door nostalgische dorpen en een natuurlijk hoogveengebied met authentieke turfafgraving.
De bakker, de kruidenier, de klompenmaker en de turfstekers zijn er dagelijks aan het werk.
Maar op de Compascumer dagen doet het grootste museum van Nederland er, samen met 100
vrijwilligers, nog een een flinke (turf-) schep boven op. In de boekweitkolonie ât Aole Compas wordt de geur
van brandende ovens vermengd met dat van versgebakken brood. Uit het minuscule dorpsschooltje klinken
de tafels van 1 tot en met 10. Op een steenworp afstand ligt Bargermond, een veenkoloniaal dorp dat zich
langs de kanalen uitstrekt met een gezellig centrum met kerk en kroeg. Veldwachter Flokstra regelt het
verkeer en houdt de Hippies in de gaten. Hij is duidelijk op jacht naar een extra streep op zijn mouw.
Het leven van Lieske, die in 1925 als 12 jarige, de dorpsschool verlaat om thuis te gaan helpen, trekt tot aan
1966, aan de bezoekers voorbij.
In de veenput in het hoogveengebied zwoegen de turfgravers met blote handen en perst de stoommachine
turfje na turfje. De bezoeker treft veel bewoners thuis en de vaklieden zijn aan het werk. De accordeon van
1925 krijgt inde jaren vijftig en zestig van de vorige eeuw, concurrentie van de jukebox in de etalage van de
radiowinkelaan het Zuiderdiep. De Fifties en Sixties gaan niet aan de veenkoloniën voorbij. De dorskast bij
de boerderijvan Hartmann, aan de overkant van het kanaal, trekt veel bekijks. Dan luidt de kerkklok en
rennen veel dorpelingen met emmers naar het kanaal, terwijl in de verte de houten wielen van de
aanstormende brandweer over de klinkers ratelen. Dit is de wereld van veen! Terug naar een tijd toen alles
nog heel gewoon was.