Zondag Boekweitoogst in blauwe onderbroek in Veenpark
Historie
De moerassige veengebieden van het Barger-Compascuum vormden de gemeenschappelijke weidegronden van de boeren van Noord- en Zuid-Barge en het Duitsche Haren en Lingen. Het Barger-Compascuum lag midden in het Bourtanger Moor, en daarom heeft het vrij lang geduurd voor hier de grens tussen Nederland en Duitland definitief is vastgesteld.
Onderhandelingen tussen de Republiek derVerenigde Nederlanden en het Koninkrijk Hannover hebben uiteindelijk in 1765 tot de huidige grens geleid. In het jaar 1866 is met Hannover een nieuw verdrag gesloten, waardoor het hele gebied, het Barger-Compascuum, voor bewoning kon worden vrijgegeven. Op bijna hetzelfde moment veroverden de Pruisen het koninkrijk Hannover en veel Hannoveranen vluchten daarom naar het Compascuum.
Zij voorzagen in hun levensonderhoud door boekweit te verbouwen. Bij de voorbereidingen, maar zeker bij de oogst van de boekweit was de hele familie van de boer in touw. Om zijn bovenkleding te sparen deed de boer het werk in zijn lange blauwe onderbroek. De opbrengst van de oogst was voldoende voor een sober, maar tevreden bestaan in de gebieden van het Barger-Compascuum, in de Drentsche Venen aan het eind van de19e eeuw. Toch trokken steeds meer mensen naar dit gebied.