In de ontwerp-structuurvisie worden vier verschillende scenario’s uitgewerkt met voor- en nadelen over de gebieden waar windmolens geplaatst kunnen worden. De gemeenteraad heeft in het Regieplan Windenergie Emmen aangegeven dat bij de uiteindelijke beslissing een afweging tussen alle zoekgebieden (plaatsingsgebieden) gewenst is. In de ontwerp-structuurvisie wordt daar rekening mee gehouden.

Uitgangspunten
Het college wil overlast en gezondheidsrisico's voor inwoners zoveel mogelijk beperken. Daarom moeten de windmolens minimaal 1100 meter van woongebieden komen. Dat is bijna drie zoveel als wettelijk verplicht. Om te voorkomen dat woongebieden zijn omringd door windmolens moet er minimaal 4 kilometer tussen de windparken liggen. De provincie stelt als voorwaarde dat de gebieden ruimte hebben voor minimaal 5 windmolens. Op basis van deze uitgangspunten is onderzocht welke gebieden geschikt zijn voor windenergie.

Hinder tegengaan
Het college houdt rekening met de uitkomsten van het gebiedsproces en wil zo veel mogelijk hinder tegengaan. Zo wil het een tijdelijke vergunning van 16 jaar. Ook gaat de voorkeur uit naar molens tot een maximum van 149 meter, zodat geen verlichting nodig is. Om schittering tegen te gaan wil de gemeente een speciale coating op de molens.

In september maakt het college opnieuw een afweging op basis van de binnengekomen zienswijzen en het advies van de Commissie voor de m.e.r. Uiteindelijk maakt de raad in oktober een definitieve keuze.