Vogels zingen om hun territorium aan te geven en om vrouwtjes te lokken. Wanneer de zon opkomt zingen ze het hardst en allemaal tegelijk. Nachtegalen, winterkoninkjes, vinken en merels vormen als het ware een concert. Je kunt de zang van de verschillende soorten leren kennen. Zo hebben roodborstjes een parelende zang, vragen geelgorzen om een ijsje en vertelt de fitis dat de mooie dag niet zo mooi blijft. De gids vertelt over het gedrag van de verschillende soorten vogels die er te horen en te zien zijn. Er wordt ook puur genoten van de vogelzang.

Trek goede wandelschoenen aan, neem de verrekijker en eventueel een vogelboekje en opschrijfboekje mee.