Bestuurlijke reactie op uw rapport'Op eigen benen?'
Alqemene reactie
Wij hebben in de door u beschreven periode invulling gegeven aan het sociale beleid conform de afspraken met het Rijk, de gemeenten (Bestuursakkoord 201 1-2015) en in de lijn met de visie van Provinciale Staten (als geformuleerd in de nota 'Amen is geen Amsterdam').Wijzijn dan ook van mening dat er geen sprake is van bezuinigingen zoals u in uw onderzoeksvraag verwoordt. Wij hebben de financiering van het sociaal beleid aangepast aan de nieuwe taken voor de provincie zoals vastgelegd in het bestuursakkoord. Zoals u beschrijft zijn er middelen aan het provinciefonds onttrokken door het rijk en vervolgens heeft het rijk met gemeenten nieuwe afspraken gemaakt. Het valt ons op dat de Drentse gemeenten niet geïnterviewd zijn voor dit onderzoek. Ook geeft u aan dat de inwoners van Drenthe, als eindgebruikers, niet zijn bevraagd. De opinie van gemeenten en inwoners had een meer volledig beeld kunnen geven betreffende de vraag of het werk van de maatschappelijke instellingen zinvol is gecontinueerd na de transities. Dit had in onze ogen de conclusies van het eindrapport verrijkt. ln onze nota 'Visie op krimp en leefbaarheid 201 6 - 2020, naar een Dynamisch Drenthe'en de bijbehorende nota'sociaal beleid 2016-2020'is de keuze gemaakt onze inzet in het sociale domein in te zetten vanuit krimp en leefbaarheid. Als provincie hebben wij daar een aanvullende rol op de inzet van gemeenten en andere partners. Gemeenten zijn het eerste aanspreekpunt en van ons als provincie mag verwacht worden dat wij proactief gemeenten ondersteunen (door hen te faciliteren, signaleren en agenderen). ln het afwegingskader in de nota beschrijven wij de rol van de provincie. Wij stimuleren leefbaarheid en pakken de gevolgen van krimp voor inwoners van Drenthe aan: kiezen voor de prioritaire (sociale) thema's, sport, onderwijs, zorg, evenals de fysieke thema's kwal iteit leefgebieden en bereikbare voorzienin gen;- kiezen voor een aanpak op boven gemeentelijke schaal; - opereren vanuit een toegevoegde waarde omdat gemeenten als eerste overheid aan zetzijn; adaptief werken: onverwachte maatschappelijke ontwikkelingen pakken wij op in samenspraak met andere partijen. Deze aanpak om de sociale en fysieke opgaven nog beter met elkaar te verbinden, is in juli 2016 door Provinciale Staten vastgesteld.
Ten aanzien van uw conclusies
Conctusie 1 lntegratie sociale component in omgevingsbeleid Wij kunnen ons niet vinden in deze conclusie. Met de realisatie van de visie op krimp en leefbaarheid is de sociale component in ons fysieke domein geïntegreerd. Na brede consultatie van gemeenten en stakeholders blijven wij binnen de prioritaire opgaven kiezen voor sport, onderwijs en zorg juist omdat wij op deze beleidsterreinen een meen¡¿aarde hebben in aanvulling op het gemeentelijk beleid. Ook zijn wijer al voor 2016 in geslaagd om, door middel van inzet op deze thema's, bij te dragen aan de leefbaarheid in Drenthe, in combinatie met andere beleidsterreinen.
Conclusie 2 Signalerende en agenderende taak
Wij begrijpen uw conclusie maar wij hebben er bewust voor gekozen om samen met gemeenten te blijven werken aan een gezamenlijke informatiebehoefte. Wij constateren dat gemeenten de invulling van voormalig provinciale taken in de WMO op hun eigen manier hebben ingevuld. Dat vraagt ook om andere informatiebehoeften. Het is niet verwonderlijk dat gemeenten hun informatiebehoefte nog niet direct met ingang van de decentralisaties helder konden krijgen. Wijzijn nu, bijna twee jaar na de overdracht van taken, beter in staat om samen met gemeenten en Rijk een betere invulling te geven aan het organiseren van kennis en informatie.
Conclusie 3 Beéindigen subsidierelaties
Wij onderschrijven uw feitelijke beschrijving onder deze conclusie Conclusie 4 Marktgericht werken en zachte landing Wij betreuren het dat de onderzochte instellingen de transitie niet als soepel hebben ervaren. Als provincie hebben wij er bewust voor gekozen om de tijd te nemen het werk van de sociale instellingen positief onder de aandacht te brengen van gemeenten. Wij hebben de instellingen tevens gefaciliteerd om zich te profileren richting gemeenten. Wij hebben er niet voor gekozen om via zogenaamde'gedwongen winkelnering' het aanbod van de sociale instellingen 'op te dringen' aan gemeenten. Overigens hebben wij in de onderzochte periode de instellingen ook projectsubsidies verleend.
Conclusies 5, 6 en 7 Ontwikkeling CMO STAMM, Zorgbelang Drenthe en
SportDrenthe
Wij kunnen ons niet vinden in deze conclusies. Het leefbaarheidsdomein is in eerste instantie een kerntaak van gemeenten. CMO STAMM is sinds 2014 betrokken bij projecten krimp en leefbaarheid, onder meer door het opstellen van de monitor leefbaarheid, de rapportage over de leefbaarheidsmonitor en het ontwikkelen van een aanpak voor de opzet van het provinciale subsidiebeleid voor Dorpsinitiatieven. Voor Zorgbelang Drenthe geldt dat het feit dat inwoners van Drenthe vanaf januari 2013 niet meer kunnen beschikken over een onafhankelijk loket (Meldpunt Zorg Drenthe) een gevolg is van keuzes gemaakt door de Drentse gemeenten. De gemeenten hebben deze taak op hun eigen wijze ingevuld via bijvoorbeeld de WMOraden. Sport Drenthe is al sinds 2013 betroken bijvitaliseringsprogramma's in het leefbaarheidsdomein.
Ten aanzien van uw aanbevelinqen
Aanbevelingen 1 en 2 tntegratie sociale component in omgevingsbeleid & Signalerend en agenderende taak Deze aanbevelingen zijn al geÏmplementeerd in onze nota'Visie op 'Krimp en Leefbaarheid 2016-2020, naar een Dynamisch Drenthe' met inbegrip van de nota'Sociaal beleid 201 6-2020'. Deze worden jaarlijks geconcretiseerd in de uitvoeringagenda's.
Aanbeveling 3 Overdracht taken
Wij onderschrijven deze aanbeveling en zijn hierover in gesprek met gemeenten Aanbeveling 4 Afbakening taken zorglandschap Wij hebben invulling gegeven aan uw aanbeveling. ln de Visie op krimp en leefbaarheid geven wij duidelijk aan waar wij een rol zien voor de provincie. Daarmee bakenen wij de taken in het zorglandschap af.
Aanbeveling 5 tndividuete cliëntondersteuning en collectieve belangenbehartiging
Wij nemen deze aanbeveling niet over. Naar onze mening is individuele cliöntondersteuning en collectieve belangenbehartiging bij uitstek een taak van gemeenten vanaf respectievelijk 2009 en 2016. Hoe gemeenten hier invulling aan hebben gegeven is aan hen.
Aanbeveling 6 Provinciale inzet sport en bewegen
Wij onderschrijven deze aanbeveling niet. Voor het beleidsterrein sport en beweging hebben wij gekozen voor een gezamenlijke inzet met gemeenten en stakeholders in het nieuwe programma Drenthe Beweegt 2017-2020'