Stabilisatie ammoniakbelasting
Naast het behoud van de ammoniakwinst van voorgaande jaren, blijkt dat gemiddeld hogere
ammoniakbelasting is waargenomen in het oosten van Drenthe. Daar liggen minder natuurgebieden die voor beperkingen voor de landbouw kunnen zorgen. Uitbreiden en vestigen van veehouderijbedrijven is daar eenvoudiger dan in de rest van Drenthe, waar bijvoorbeeld de Wet ammoniak en veehouderij (Wav) en/of de Natuurbeschermingswet (NBwet) geldt. Juist rond gebieden waar die wetten gelden, is de afname van ammoniakbelasting van groot belang. De verschuiving is dus een gevolg van het gevoerde beleid.
De provincies hebben gebieden aangewezen die zeer kwetsbaar zijn voor ammoniak. Voor Drenthe bleek een duidelijk effect: in alle gebieden nam in een zone van 250 meter rond de aangewezen gebieden de ammoniakbelasting af. In de aangewezen gebieden zelf was sprake van een toename. Dit is waarschijnlijk het gevolg van een veranderend depositiepatroon. De directe omgeving van een emissiebron is vaak verzadigd, waardoor de ammoniak dan verder bij de bron vandaan neerslaat.
De korstmossen geven ook informatie over de klimaatsverandering. Warmteminnende korstmossen en zuidelijke korstmossen hebben zich de laatste jaren in Drenthe (her)gevestigd. Deze vestigen zich vooral als de ammoniakbelasting verandert, omdat er dan sprake is van een instabiele milieuomstandigheid. In de afgelopen periode zijn vier nieuwe soorten waargenomen en ook is de diversiteit van de voorkomende korstmossen gestegen. Daarnaast zijn enkele soorten achteruitgegaan en dreigen sommige Rode Lijstsoorten te verdwijnen.