De Boekweitboer werkt in zijn lange onderbroek
Pioniers en Boekweit op 22 en 23 juli. Â
Niet de veenarbeiders, maar de boekweitboeren waren de eerste bewoners van Compascuum. Boekweit; het enige gewas dat op de zure veengrond wil gedijen. Veel van deze boertjes trokken vanuit het Duitse Hannover de, eigenlijk nog niet bestaande, grens over naar de moerassige veengebieden tussen Hebelermeer en de Hondsrug. Vanaf 1866 vestigden zij zich in het gebied. Ze woonden in een uit turf en plaggen opgetrokken âhuisjeâ op het hoogveen. In alles wat ze nodig hadden voorzagen ze zelf. Bakten hun eigen brood, karnden hun eigen boter en groeven hun eigen brandstof, veen genoeg tenslotte.
Het werk op de boekweitakker was zwaar en het hele gezin werkte mee. Om zijn âgoeie goedâ te behouden deed de boer zijn bovenbroek uit en werkte in een lange blauwe onderbroek. De oogst was vaak karig en werd soms door een late nachtvorst geheel teniet gedaan.
Het hele proces van het zaaien tot het oogsten van de Boekweit wordt door de vrijwilligers meerdere keren per dag in scene gezet. Bezoekers van het park beleven het werken en leven in een plaggenhuttendorp en op de akker. Heerlijke nostalgie. In het schooltje vertelt de juf spannende verhalen en de geur van vers gebakken brood verspreidt zich door het stukje eikenbos, dat ligt op het laatste restant hoogveen.
Nog drie themaâs.
Tot en met 13 augustus is het elke woensdag en donderdag extra genieten. Met themaâs als Veen en Turf, Vijftiger en Zestiger jaren en Oogst en Boerderij. Voor meer informatie kunt u terecht op de website www.veenpark.nl.