Anders dan zaterdag, toen met 21-28 werd verloren, speelde Nederland in Rotterdam met meer snelheid en variatie in het spel. Het fysieke geweld van de gerenommeerde tegenstander uit Scandinavië werd daarmee ontregeld. ,,We hebben geleerd van de ruimten die wij zaterdag niet zagen’’, zei Danick Snelder. De cirkelspeelster scoorde in de eerste helft vier keer. ,,Maar in de dekking is nog verbetering te behalen.’’

De ploeg van bondscoach Henk Groener vliegt straks met een goed gevoel naar Zuid-Amerika. ,,Dit is een signaal dat we mogelijkheden genoeg hebben om een goed resultaat op het WK neer te zetten’’, aldus Snelder. Nederland sloeg een gat van 8-5, kwam halverwege de eerste helft op achterstand, maar bij de rust was het gelijk: 18-18. Na de pauze kon Oranje op alle fronten mee met Noorwegen, dat ook tijdens het WK als één van de torenhoge favorieten voor de titel geldt.

Nooit kreeg de tegenstander de kans om met een sterke periode uit te lopen, dat was een compliment voor het teamgevoel. Net als het geval was met het juniorenteam, dat afgelopen zomer in dezelfde hal Europees zilver binnensleepte, zorgde het A-team hiermee voor goede reclame voor de handbalsport. Bovendien werd de wedstrijd deels rechtstreeks op de NOS-tv uitgezonden.

Lois Abbingh, ook met Oranje <19 van de partij, werd met negen treffers topscoorster van Nederland, dat in de slotfase van het duel nog keepster Inge Roelofs een strafworp zag keren. Eerste keus Marieke van der Wal speelde ook een voortreffelijke wedstrijd. Genoeg voor de zege was het niet, Noorwegen maakte dertien seconden voor tijd de 31-31. Lois Abbingh trof in de slotseconde nog de lat met een vrije worp.